fania-chapiro-portret.jpg
 
 

Fania Chapiro

1926 - 1994

 
fania-chapiro.jpg
 
 

Fania Chapiro wordt op 10 juni 1926 te Soerabaya geboren; haar vader is van Russisch-Joodse en haar moeder van Nederlandse origine. Al vroeg – in 1931 – krijgt ze haar eerste pianolessen van Johann Madlener. In de jaren dertig doen veel bekende musici Indonesië aan tijdens hun tournee. Zo woont de jonge Fania in 1932 een concert van Jascha Heifetz bij. In 1933 hoort pianist Benno Moìseìwitsch Fania spelen; hij overweegt haar mee te nemen naar Europa.

In 1934 vertrekt het gezin Chapiro naar Parijs, waar Fania studeert bij Lazare Lévy. Ze neemt les in theorie en solfège aan het Conservatoire National en behaalt op 12-jarige leeftijd een medaille voor haar prestaties. Zij gaat niet naar school, maar krijgt thuis les van haar moeder. Vijf jaar later vestigen de Chapiro’s zich in Den Haag, omdat tijdens een familiebezoek de oorlog uitbreekt en terugkeer naar Parijs onmogelijk is. Fania volgt het eerste oorlogsjaar lessen harmonie en contrapunt bij componist Sem Dresden, die ook directeur is van het Haagse Conservatorium. Als gevolg van anti-Joodse maatregelen worden hij en de andere Joodse docenten in november 1940 uit hun functie ontheven. In mei 1941 volgt het ontslag van alle joodse orkestmusici.

Een aantal van hen verenigt zich in het Joodsch Symphonie-Orkest onder leiding van Albert van Raalte. Dit orkest geeft gedurende acht maanden vijfentwintig concerten. Op 10 juni 1942, haar zestiende verjaardag, speelt Fania als soliste met dit orkest het Vierde Pianoconcert van Anton Rubinstein. Plaats van optreden: ‘De Joodschen Schouwburg' aan de Plantage Middellaan – de tegenwoordige Hollandsche Schouwburg. De concerten zijn vrijwel steeds uitverkocht. Als in juli 1942 de deportaties beginnen moet het orkest zijn activiteiten staken. Slechts de helft van de musici overleeft de oorlog.

Vader Nahoum duikt onder, en Fania geeft clandestiene huisconcerten. Ze vindt een nieuwe uitlaatklep in het componeren. Haar eerste stukjes zijn wat kinderlijk, maar al snel wordt haar stijl volwassener. De Franse invloed is evident, ze schrijft in neo-klassieke stijl en is fantasierijk.

Na de oorlog keert haar vader terug en krijgt Chapiro gelegenheid om weer op te treden. Uit correspondentie met vriendinnen blijkt dat ze weg wil uit Nederland. In 1948 vertrekt ze naar de Verenigde Staten. Ze volgt compositie- en instrumentatieles bij Jerzy Fitelberg en debuteert in 1949 in New York – volgens de pers ‘het beste debuut van het seizoen’. Ook het componeren krijgt een nieuwe impuls. In 1951 schrijft ze een 'Scherzo voor strijkkwartet'.

In 1953 keert ze terug naar Nederland waar ze trouwt en kinderen krijgt. In 1958 suggereert een recensent dat dit haar carrière op een lager pitje heeft gezet. Toch verschijnt Chapiro vanaf dat jaar weer vaker op Nederlandse concertpodia en op de radio. Tijd om te componeren is er ook, want in deze periode ontstaan verschillende fraaie composities.

In de jaren zestig raakt Chapiro geïnteresseerd in historische instrumenten. Zij is daarmee een voorloper binnen de stroming die zich gaat inzetten voor een ‘authentieke’ uitvoeringspraktijk. Tussen 1970 en 1980 geeft ze dikwijls concerten, waarbij ze zowel oude als moderne instrumenten bespeelt en toelichtingen geeft. Ook brengt ze themaconcerten, o.a. over vrouwelijke componisten. Ze wordt hoofdvakdocent piano aan het Conservatorium in haar woonplaats Hilversum. Componist Joost Kleppe en fluitiste Eleonore Pameijer mogen zich tot haar leerlingen rekenen. Fania Chapiro overlijdt in 1994 in haar woonplaats Hilversum.

Diet Scholten

Bron: Margaret Krill, Nederlandse Pianisten-Meesters uit de 19de en 20ste eeuw, uitgeverij Bekking & Blitz

 
 
 

Selectie van werken

Sonate 1919 cello en piano
Sonatine pour le piano 1957-9 piano
Vier miniaturen 1955 piano vierhandig
Sonatine voor fluit en piano 1962 fluit en piano

 

Een complete werkenlijst van Fania Chapiro is te bekijken op Forbidden Music Regained.