Johanna Bordewijk-Roepman
1892 - 1971
Zefir Records bracht in 2016 een cd uit met kamermuziek van Johanna Bordewijk-Roepman.
Meer informatie over Johanna Bordewijk-Roepman is te vinden op de website van het Bordewijk Genootschap.
Johanna Roepman werd op 4 augustus 1892 te Rotterdam geboren en groeide op in Den Haag. In haar jeugd had zij pianoles, maar verder genoot zij geen muzikale opleiding. Het gezin waarin ze opgroeide was niet muzikaal te noemen. Na de middelbare school ging ze Engels studeren. Haar artistieke belangstelling ging naar de beeldende kunsten uit, en ze ging een cursus aan de tekenacademie volgen. Een bezoek aan een generale repetitie van het Residentie-orkest wakkerde haar belangstelling voor muziek aan, ze liet er de tekenles voor schieten. Op twintigjarige leeftijd trouwde Johanna Roepman met de schrijver Bordewijk en in de daaropvolgende jaren, met twee kleine kinderen, bleef haar muzikale interesse beperkt tot af en toe een concertbezoek. Ze begon met componeren omdat ze het jammer vond dat bij het versjesboek 'Mijn eigen tuintje' van Rie Cramer geen melodieën waren. Ze kreeg hierdoor de smaak te pakken en bedacht dat een sonate voor piano en viool een volgend project kon zijn. Na het raadplegen van boeken over muzikale vormleer (ze wist eigenlijk niet precies wat een sonate was) ontstond in 1923 haar Vioolsonate (uitgevoerd op een concert van de Vereeniging voor Moderne Muziek).
Aangetrokken door het orkest zette ze zich vervolgens aan een 'poème symphonique': The Garden of Allah (uitgevoerd in Groningen door Kor Kuiler). Bordewijk-Roepman bestudeerde de nodige literatuur, maar ging ook bij orkestmusici te rade om meer te weten te komen over klankkleur en mogelijkheden. Zij nam in 1936-37 lessen bij Eduard Flipse. Op 9 maart 1940 speelde Flipse met het Rotterdamsch Philharmonisch Orkest het symphonisch gedicht Les Illuminations naar drie gedichten van Rimbaud. In de eerste oorlogsmaanden componeerde ze vervolgens een pianoconcert (uitgevoerd door het USO met George Enderlé als solist). In het voorjaar van 1942 ontstond haar eerste symfonie, die tot na de oorlog moest wachten op een eerste uitvoering door het Residentie-orkest o.l.v. Jan Out. In 1949 schreef Bordewijk een tekst Plato's dood bij een symfonisch gedicht van zijn vrouw, en in 1941 het libretto voor haar opera Rotonde.
De oorlog maakte diepe indruk op Johanna Bordewijk-Roepman. Bij het bombardement van Den Haag op 3 maart 1945 stortte het huis van het echtpaar Bordewijk boven hun hoofd in. Zelf ontsnapten ze ternauwernood. In 1942 werd nog het Pianoconcert uitgevoerd door het USO met George Enderlé als solist, maar Bordewijk-Roepman weigerde lid te worden van de Kultuurkamer, net als haar echtgenoot, de schrijver Bordewijk. Hierdoor kon haar werk niet meer gepubliceerd of uitgevoerd worden. Wouter Paap schrijft over het werk dat zij in de oorlog componeerde: "De gevoelsinhoud van deze Epiloog [1943] hangt samen met de verwachting van de optimistische componiste, dat het met den oorlog spoedig gedaan zou zijn. Er spreekt uit deze muziek, welke bij doorlezing van de partituur den indruk maakt, diep van kleur en klank te zijn, een ongeduldig verlangen om van den psychischen oorlogsdruk verlost te worden."
Na de oorlog nam Bordewijk-Roepman plaats in de Ereraad voor de Muziek, waar ze de werken van 'foute' collega's beoordeelde. Velen hebben haar dat kwalijk genomen en zij zelf denkt dat dat de uitvoering van haar werk na de oorlog sterk heeft beïnvloed. Ze voelde zich tegengewerkt. Of dat werkelijk zo is, blijft vooralsnog een vraag. Tot eind jaren vijftig is haar werk in ieder geval veelvuldig uitgevoerd, over de hele wereld.
bron: Wouter Paap "Nederlandsche componisten van onzen tijd" in Mens en Melodie
Met dank aan Elly Kamp
Selectie van werken
Les illuminations 1940 orkest
Rotonde 1941 opera in een acte, libretto F. Bordewijk
Symphonie 1942 orkest
Sonate 1943 piano
Wederopbouw 1954 a capella mannenkoor, tekst A.M. Bakers
High flight 1956 vrouwenkoor en piano, tekst J.G. Magee
Een volledige werkenlijst van Johanna Bordewijk-Roepman is te vinden op Forbidden Music Regained.
De Sonate 1943 voor piano werd onlangs opnieuw uitgegeven door het Nederlands Muziek Instituut en is verkrijgbaar via Donemus.
In 2016 verscheen de dubbelbiografie Ferdinand en Johanna, geschreven door Elly Kamp. Uitgeverij Bas Lubberhuizen, ISBN 978 90 5937 433 1.